De podcast 'Door de ogen van de koning' voor doven en slechthorenden

Het is tien jaar geleden dat Koning Willem-Alexander werd ingehuldigd. Hoe heeft hij de afgelopen jaren tot nu beleefd? In tien podcast afleveringen blikt de koning met Edwin Evers terug. Het is donderdagmiddag en wij zagen een kans om de eerste aflevering ook toegankelijk te maken voor doven en slechthorenden.

De podcast aflevering is door onze AI-software automatisch getranscribeerd en tot een logisch opgebouwde tekst met interpunctie verwerkt. Daarnaast is er ook een korte samenvatting van gemaakt.

De podcast is gemaakt door Tonny Media in opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst. Lees de eerste podcast aflevering hieronder:

Samenvatting:

De podcast met Koning Willem-Alexander terugblikkend op tien jaar koningschap gaat over de veranderingen in de wereld, zoals de financiële crisis, de pandemie, de vertrouwenscrisis en de rampzalige overstromingen. Er wordt gesproken over André Kuipers, de astronaut die een rol speelde bij de inauguratie, en over de voorbereidingen van de koning voor zijn koningschap. Verder wordt besproken hoe hij verantwoordelijkheid leerde nemen, hoe hij samenwerkte met anderen om een nummer te maken en zijn thuissituatie. De koning bespreekt zijn taken als koning, waaronder het binden van verschillende groepen in Nederland, het vertegenwoordigen van Nederland in het buitenland en het dienen van het land. Hij benadrukt ook dat vrijheid van meningsuiting een verantwoordelijkheid met zich meebrengt.

Transcript:

Edwin Evers: het is precies tien jaar geleden dat Koning Willem-Alexander werd ingehuldigd. Van Prins van Oranje werd hij op dertig april tweeduizend dertien koning. Hoe beleefde hij die periode van toen tot nu? In tien afleveringen blikken we terug op tien jaar koningschap vanuit zijn werkkamer in paleis Huis ten Bosch. Ik ben Edwin Evers en je luistert naar de podcast door de ogen van de koning . Majesteit, we zijn begonnen. 

Willem-Alexander: Spannend. 

Edwin Evers: Fantastisch dat ik hier mag zijn. We zijn in uw werkkamer hier. Prachtig werkkamer overigens. Lang geleden dat wij elkaar. Gesproken hebben.

Willem-Alexander: Zeker tijdens olympische spelen. Tijdens de radio-uitzending kwamen we elkaar een keer per twee jaar tegen.

Edwin Evers: Ja weet U het nog? Wanneer de laatste keer was? Eigenlijk? 

Willem-Alexander: Het was in Vancouver, vlak na de foute wissel van Kramer.

Edwin Evers: Ja.

Willem-Alexander: Op de tien kilometer.

Edwin Evers: U zat in het stadion en ik ook. En ik dacht, ik moet een uur daarna, ja, toen nog, de kroonprins interviewen. Hoe gaan we dit doen? Want U bent de sport van nou dat ik denk, nou, dit wordt een drama, die heeft er natuurlijk helemaal geen zin in.

Willem-Alexander: Ik had nog niet de nacht slecht geslapen toen ik met U sprak, dus de volgende dag was het interview erger geweest, denk ik. Want nacht niet slapen na zo'n wissel, dat was voor het interview nog slechter geweest. 


Edwin Evers: En hoe is dat vandaag? 

Willem-Alexander: Gaat heel goed. Topfit, helemaal klaar om te beginnen aan dit interessante avontuur.

Edwin Evers: Ja, een podcast. Ik vond dat echt meteen leuk, want het is ja. Voor mij voelt dat natuurlijk een beetje als radio. U heeft ook de nodige ervaring met radio en het is natuurlijk een mooi nieuw medium dat erg populair is op dit moment. Heeft U zelf de podcast al ontdekt? Eigenlijk?

Willem-Alexander: Nee, eerlijk gezegd heb ik de podcast nog niet ontdekt. En het verbaast me ook ontzettend dat het zo'n succesvolle formule is in een tijd dat alles snel, snel moet gaan. Twitter, twee honderd tachtig tekens, vroeger nog honderd veertig, kon je alles in doen en als je meer dan dat te zeggen, dan werd er niet meer geluisterd. En toch is de podcast is neemt tijd, langzaam mensen luisteren naar. Het is heel populair, ja, en ik denk dat het heel goed medium is. Ook om te reflecteren op tien jaar koningschap.

Edwin Evers: Ja, en dat gaan we per jaar doen. We beginnen zo meteen in twee duizend dertien. Ik heb natuurlijk de nodige instructies meegekregen. We gaan het over het koningschap. Hebben uw koningschap. Tien jaar lang de koning niet te veel privé.

Willem-Alexander: U bent niet iemand die echt de instructies helemaal.

Edwin Evers: Ik wilde even de piketpalen slaan.

Willem-Alexander: Maar je bent toch niet iemand die alle instructies meteen overneemt?

Edwin Evers: Zal ik de iPad gewoon wegleggen nu?

Edwin Evers: Nee, want niet te veel privé werd er gezegd.

Willem-Alexander: Nou, dat mag wel. 

Edwin Evers: Maar U antwoordt niet. 

Willem-Alexander: Nou, ik zal ook wel antwoorden, maar ik denk dat dit echt ja, twee duizend drie en twintig staat echt in het teken van tien jaar koningschap. En ik heb ook voor mijn vijftigste verjaardag een lang interview met Wilfried de Jong gegeven. 

Edwin Evers: Mooi interview.

Willem-Alexander: En dat was een heel persoonlijk interview. Dat was privé en dat ging echt over vijftig jaar van mijn leven. En dit gaat over tien jaar koningschap. Daarom, ja, soms moet je toch wel die dingen kunnen scheiden. 

Edwin Evers: Maar de vraag is, zijn die dingen te scheiden? 

Willem-Alexander: Die dingen zijn niet te scheiden. 

Edwin Evers: Nee, hè? 

Willem-Alexander: Nou, ik ga proberen het wel te scheiden tijdens deze podcast, 

Edwin Evers: Dat vind ik dus heel jammer. 

Willem-Alexander: Nee hoor, nee, ik ga me niet inhouden wat dat betreft, maar ik ga me echt wel focussen op tien jaar koningschap, want dat is ook de reden waarom we deze podcast opnemen.

Edwin Evers: We gaan zo in op die, op die jaren. We beginnen met twee duizend dertien. U bent tien jaar koning. Als U nou die tien jaar is, zou moeten samenvatten in een paar woorden, wat zijn dan de woorden die U te binnen schieten?

Willem-Alexander: Allereerst dat het als gisteren was, het is zo ontzettend snel voorbij gegaan en er is zo ontzettend gebeurd in de afgelopen tien jaar in Nederland, in de familie, ook in Europa en in de wereld. Ik denk dat het allemaal rustig voortkabbelt als je de kans krijgt om het eens welke functie te gaan vervullen. Maar er is zoveel veranderd in de tussentijd en Nederland is ook zo veranderd dat het eigenlijk ja bijna niet te bevatten is dat het al alweer tien jaar geleden is. Zo snel is het gegaan.

Edwin Evers: Wat? Waarin is Nederland het meest veranderd, denkt u?

Willem-Alexander: Ja, Nederland kwam natuurlijk uit een hele zware economische, financiële crisis op dat moment en dacht eigenlijk weer op de weg terug te zijn in twee duizend dertien had nooit van het woord pandemie gehoord, behalve dan natuurlijk een paar mensen in de ziekenhuizen en virologen die tegenwoordig onze nationale experts allemaal zijn. Alle crisis die we tegengekomen zijn, maar aan de andere kant toch altijd weer weerbaar. Samen proberen eruit te komen en samen proberen oplossingen te zoeken. Er is natuurlijk ook een vertrouwenscrisis bij gekomen. Het vertrouwen in instituties is omlaag gegaan, inclusief de monarchie, en dan moeten we ook samen aan werken. Dat is ook iets wat over de afgelopen tien jaar gebeurd is. Ik bedoel, ik zou zeggen als het vertrouwen in de monarchie niet omlaag was gegaan, terwijl andere instituties wel omlaag was gegaan, zou opiniepeilingen bijvoorbeeld voor mij niet kloppen. Het is natuurlijk het geheel in vertrouwen is omlaag gegaan en het geheel moet ook weer werken om het vertrouwen terug te krijgen. En daar werken we ook met zijn allen aan. Dat is ook heel belangrijk, denk ik.

Edwin Evers: En ja, nou goed, hoe we dat gaan doen, daar hebben we dan de komende aflevering nog wel de tijd voor om daarover te praten. Ik hoorde U overigens in het mooie interview met Wilfried nog zeggen, U werd toen vijftig en U zei toen, wat nou gemiddeld alle mensen die vijftig worden zeggen, vijftig is het nieuwe dertig. Maar als ik nou zo zie wat er de afgelopen tien jaar is gebeurd, dan is dat iets waar je bijna twintig jaar ouder van wordt. Hoe voelt U dat?

Willem-Alexander: Persoonlijk voel ik dat niet. Zo nee, vijftig blijft het nieuwe dertig en ik ben nog steeds net dertig voor mijn gevoel.

Edwin Evers: Ja hoor, dat is goed. We gaan luisteren naar wat fragmenten die het jaar twee duizend dertien tekenen.

Fragment: Twee duizend dertien start met de abdicatie van koningin Beatrix, en Willem-Alexander wordt op dertig april ingehuldigd als koning. Op vijf en twintig december gaf hij zijn eerste kersttoespraak. Ondertussen trad ook de paus af en ging het rijksmuseum eindelijk weer open na een jarenlange verbouwing. Boston wordt opgeschrikt door een gewelddadige aanslag tijdens de marathon en de wereld maakt kennis met klokkenluider Edward Snowden. Zowel India als de Filipijnen hebben te maken met desastreuze overstromingen. In twee duizend dertien verkeerde Nederland nog altijd in een economische crisis en we verbaasden ons massaal over het woord van het jaar dat er inmiddels niet meer weg te denken is uit onze taal, selfie.

Edwin Evers: Dit waren wat feiten uit twee duizend dertien. Wat pikt U hier nou zo uit? Waarvan U denkt van? Nou.

Willem-Alexander: Ja, ik allereerst begin natuurlijk met de aankondiging van de abdicatie in januari. Dat was, kijk, voor heel weinig mensen geen verrassing, voor de grootste gedeelte van Nederland wel een verrassing. We waren net op staatsbezoek geweest met mijn moeder mee in Brunei en Singapore en komen terug. En de maandag daarna in één keer die aankondiging, terwijl de meereizende media op dat moment zeiden van nou, deze koningin, die is zo goed in haar vel, dat duurt nog heel lang voordat ie dat aan gaat kondigen. Dus dat was op zich heel mooi. Dat het toch gelukt is om dat echt geheim te houden.

Edwin Evers: Ja, want U wist dat natuurlijk.

Willem-Alexander: Ik wist het al een tijdje. Ik wist het al bijna anderhalf jaar.

Edwin Evers: Daarvoor. Ja, zo lang al. Hoe hou je zoiets stil? Want dat moet natuurlijk van alles kan.

Willem-Alexander: Dus ja, er moet van alles geregeld worden. Maar kijk, tot een maand van tevoren wisten maar drie mensen het, mijn moeder en mijn vrouw en ik, 

Edwin Evers: Zo klein is dat kringetje?

Willem-Alexander: Ja, zo klein is dat kringetje, ja, en daarna beginnen. Natuurlijk moeten meer mensen ervan weten. Maar uiteindelijk is het natuurlijk heel goed stilgehouden. Maar het mooie van die periode was ja, toen onder hoge druk moet binnen drie maanden moet inhuldiging voorbereid worden, 30 april in Amsterdam. Ik vind het heerlijk om hoge druk te organiseren. Waarom? Prachtig, die maanden daar naartoe gaan, daartoe werkend. Een hele mooie herinnering die ik daar aan heb is mijn contact met burgemeester Eberhard van der Laan en daar is onze vriendschap toen ook ontstaan. Het was heel duidelijk dat we ieder aan het uiteinde zaten van de informatieketen. Dus als ik wat zei, nou, dan ging het over zoveel schijven en er kwam uiteindelijk bij van der Laan terecht en die dacht van, nou is die jongen gek geworden of er klopt dus niet, want er gaat als natuurlijk over zoveel schijven. Soort ja, Chinese fluisteren. Iedereen zegt net iets anders, dus hij hoorde iets totaal anders dan dat ik oorspronkelijk had gezegd en omgekeerd ook. En op een gegeven moment, twee weken kwamen we er achter. Dit gaat niet goed is opgegeven, telefoonnummers uitgewisseld en zei van oké, als een van ons iets hoort van de ander, dus je denkt van, nou, dit kan echt niet, bel dan gewoon even in plaats van dat je dat de keten weer in stuurt en zegt van dit kan niet korte lijnen houden. En dat werkte. Fantastisch.

Edwin Evers: Ja, waarom was het dat moment?

Willem-Alexander: Van de inhuldiging zelf?

Edwin Evers: Ja.

Willem-Alexander: Ja de inhuldiging zelf. Een prachtige dag. Hele bijzondere sfeer ook. Ik weet dat op een moment heel goed herinneren. Toen stond daar Wilhelmus werd gezongen in de nieuwe kerk en ik had een beetje een soort van out of body experience als ik boven mezelf aan het zweven was. Wat ben jij in hemelsnaam aan het doen? Wie denk je wel niet dat je bent? Zo, ik zag mezelf daar staan beneden en eigenlijk vond ik het wel mooi. Want eigenlijk gewoon dat ja, dat vraag ik mezelf elke dag. Wie denk je wel dat je bent, dat je dit mag doen? 

Edwin Evers: En wat is het antwoord?

Willem-Alexander: En dan moet je toch iedere keer voor jezelf weer beantwoorden, elke dag weer, waarom het ja, dat je zoiets prachtigs mag doen, koning zijn van dit mooie land. Dus ik vind dat gewoon heel nuttig om gewoon elke dag even af te vragen van waarom mag je dit eigenlijk doen en dat geeft je een extra boost om gewoon je extra in te zetten.

Edwin Evers: Ja, elke koningschap, en zeker dat van U, krijgt ook vorm in de ogen van anderen. Wat zij zagen, is onderdeel van het verhaal van afgelopen decennium en daarom vragen we elke aflevering naar een blik van buitenaf, verwoord in een voice memo. En deze week komt die blik van buiten van André Kuipers, bekend als de tweede en voorlopig laatste Nederlandse ruimtevaarder. Hij speelde als heraut ook zelf een rol tijdens de inhuldiging. Wat zag hij die dag?

André Kuipers: Majesteit, dit is André Kuipers en als astronaut kan ik vertellen dat de inhuldiging misschien nog wel spannender was dan een lancering. Je wil geen fouten maken, de hele wereld kijkt mee. En als je daar al een hele tijd stil moet staan met de staf van de wapenkoning in de hand, dan wordt het op een gegeven moment zwaar. En dan komt het spannende moment dat je, voordat de staf door vermoeidheid in de arm valt, moet gaan verplaatsen naar de andere arm. En dat doe je dan heel voorzichtig, want hij mag natuurlijk niet vallen tijdens de ceremonie. Dus dat was een heel spannend moment en waarvan ik me afvroeg, gaat dat wel goed? En mijn vraag is, heeft U zelf ook zo'n moment meegemaakt tijdens de inhuldiging.

Edwin Evers: Nou, had U zo'n moment?

Willem-Alexander: Had ik zo'n moment? Nou, ik heb me natuurlijk heel goed voorbereid voor mijn toespraak destijds. En dus daar maakte ik me absoluut geen zorgen over. Nee, dat was het, we hadden het zo goed doorgenomen, eigenlijk, de hele inhuldiging. Ik die dag geen enkel moment gehad had ik gevoel. Oei, als dit maar goed gaat. Nee, heerlijk. Nee, eigenlijk geen enkel moment waar ik het gevoel had van dit. Hier kan het fout gaan.

Edwin Evers: Nee, wordt toch wat jaartjes voorbereid.

Willem-Alexander: Ja, maar dat is het moment dat je weet dat komen gaat.

Edwin Evers: Nog eens over een groot liedjesschrijver te quoten.

Willem Alexander: En ja, na zes en veertig jaar, ja, voorbereiding, 

Edwin Evers: Genoeg tijd gehad om te oefenen.

Willem-Alexander: Genoeg tijd gehad om voor te bereiden, denk ik. 

Edwin Evers:  Ja, maar wat is een heraut? 

Willem-Alexander:  Dat is een van de functies van de begeleiders bij de inhuldiging. En ik had dus bij of inhuldiging als André Kuipers. Ik had Renee Jones gevraagd, ik had generaal van Uhm gevraagd vanuit de militaire kant, hè. We zaten natuurlijk midden in Afghanistan, missies op dat moment, en Ankie van Grunsven op dat moment degene met de meeste olympische medailles in Nederland. Dus die vier had ik. Dat is een persoonlijke invulling die op dat moment ook kan geven en die waardering kan geven aan een functie en daarnaast Robbert Dijkgraaf ook nog als damschreeuwer, zoals hij zichzelf noemde, die mocht aankondigen dat de koning ingehuldigd was. Dan dus, en vanwege het belang van de wetenschap,

Edwin Evers: Hoe vaak zet U het koningslied nog op? Nou, je moet er wel heel erg lang over nadenken.

Willem-Alexander: Hoe vaak zit het oppervlak, het opgezet? Ik denk, laten we met die laatste beginnen. Ja, ik heb nog een paar keer gehoord, maar ik heb het, ik heb het zelf niet op.

Edwin Evers: U kunt het niet zo fluiten zeg maar.Nee, maar er was wel veel gedoe om toen, he.

Willem-Alexander: Ja, maar ja, ik vind het heel erg zielig. Voor degene die daar deel ben ik het met de beste bedoeling. Is gevraagd om dit te doen en is één van onze allerbeste liedjesschrijvers en is één van onze allerbeste liedjesschrijvers. Heeft fantastische repertoire. Het idee was natuurlijk wel goed hè. Van het nationaal comité. Van vraag aan iedereen om wel input voor een lied en maak daar wat van. Het idee was fantastisch, zeker om samen te werken op zon moment van samen binding. En dat zo'n, ja zo'n lied dan zo een splijtzwam wordt onterecht naar degene die daar mee bezig zijn geweest. Heel erg lang,

Edwin Evers: Alweer. Een beetje typisch Nederlands als ik, dat iedereen er weer wat van vindt natuurlijk. 

Willem-Alexander: dat is zeker waar ja. 

Edwin Evers: uw moeder was drie en dertig jaar koning. Ik heb even uitgerekend, dat bent U negen en zeventig, Amalia twee en veertig. Die is dan precies de leeftijd die uw moeder had toen ze aantrad. Denkt U daar al eens over na? 

Willem-Alexander: Nee, daar denk Ik niet over na,

Edwin Evers: want regeren is vooruitzien toch? 

Willem-Alexander: regeren is vooruitzien. Maar er zijn heleboel factoren die meespelen en ik weet niet wat er wat er met mijn gezondheid gebeurt, wat er met je weet het gewoon niet. En dus daar wil ik. Al deze dingen wil ik ook echt niet nadenken. Ik gun Amalia natuurlijk een hele goede en lange voorbereidingstijd. Ook tijd voor zichzelf, tijd om een eigen gezin te stichten of wat ze ook maar wil doen en zich goed voor te bereiden op haar toekomst. En dan zullen we ook net zoals met mijn moeder in gezamenlijk overleg uiteindelijk wel weer een datum beslissen. Maar dat is echt een gezamenlijk overleg tussen Amalia en mij en dat is in de verre toekomst.

Edwin Evers: En over de voorbereiding van Amalia en over de voorbereiding die U gehad heeft, dan gaan we later in de volgende uitzendingen nog uitgebreid over praten. Wat was er anders? Want de ene dag was U nog de kroonprins en de volgende dag U wordt wakker en U bent ineens koning.

Willem-Alexander: Nou, allereerst komt er dan de eerste dag een koffertje langs met stukken die je moet tekenen, ja. En dat houdt niet meer op, nee. Wat er ook heel erg veranderde dat ik was, ben altijd iemand geweest vroeger van, nou ja, oké, gooi het in de groep, test het en laat mensen vooral kijken of het afschieten, want het kan een idee ja. En dat deed ik ook binnen de eigen organisatie toen mijn moeder koningin was en dan liet hij gewoon, liet iets vallen en dan liet je de mensen op schieten om te kijken waarom het niet kon en deed het wel of niet. Maar goed die. En in één keer zag ik dat mensen dat deden wat ik zei en toen dacht ik, sorry, jullie kennen me toch, jullie weten toch dat ik iemand ben die gewoon af en toe iets zegt om te kijken, schiet erop en vuur het af, ja. Maar ja, nu is het een nieuwe situatie, nu bent U de baas hè? Dus aanhalingstekens dus daar moest ik zelf wel heel even aan wennen dat het ook meteen uitgevoerd werd. Als je iets zegt in de organisatie. 

Edwin Evers: het lijkt me echt heerlijk, lijkt me heerlijk. 

Willem-Alexander: Nee, want als je, als je, als je niet verwacht dat het gebeurt, als je verwacht dat je eerst eventjes, dat het eigenlijk eerst van alle kanten afgeschoten en neergesabeld wordt. Het gaat om hele kleine dingen, gaat niet om grote dingen, maar gewoon. Ineens werd dat geregeld en ineens werd dat geregeld. Dat was helemaal niet de bedoeling dat het meteen geregeld werd. Ik wilde eerst eventjes,

Edwin Evers: Heeft U dat alleen in het werk of is dat thuis ook thuis? 

Willem-Alexander: Thuis zeker niet. Ja of nee? Tuurlijk niet. Daar is niks veranderd. Nee, nog steeds niks te vertellen. Nee, ik heb nog steeds een hele goede samenwerking en een hele goede overlegstructuur met mijn dames thuis. Dat is geen enkel probleem. Ja, fantastisch, een groot feest. Ja. En natuurlijk ook ineens een organisatie van. Nou ja, de ruim twee honderd vijftig FTE, meer dan drie honderd mensen die er werken. Daar heb je veel lief en leed. Jubilea, geboortes, overlijden, ziektes. Dat het nooit bij stilgestaan, nee, dat je dat allemaal extra bij krijgt. Natuurlijk. Een keer dat je voor je organisatie al die lief en leed dingen ook moet behandelen,

Edwin Evers: Want dat doet U ook. Die persoonlijke betrokkenheid is groot.

Willem-Alexander: Dus kaartjes schrijven voor als iets, bloemen. Nou ja, als je geboortes zijn, overlijdens zijn van alles en nog wat jubilea. En we hebben een hele. Dat is het unieke van dienst koninklijk huis, een hele trouwe organisatie waar heel veel mensen, vijf en twintig, vijf en dertig jaar werken, is de jubilea zijn er veel.

Edwin Evers: U zegt, ik werd koning en ineens werden dingen geregeld. Want ja, U bent de baas. Is het dan juist ook heel belangrijk om goede mensen om U heen te hebben die ook eens een keer zeggen, majesteit, sorry, maar dit is echt onzin. 

Willem-Alexander: Nee, maar kijk serieus, dat gebeurt ook wel hoor, ja, En daar dring ik ook echt op aan. En ook bij, ja, bij kennismakend sollicitatiegesprekken zeg ik van, kunt U dat? Want als je dat niet kan, dan hoef je niet te werken. Nee, dus U heeft niet heel veel mensen bij ons. Dus als je mensen die dat niet kunnen, dan ja, dan dus.

Edwin Evers: Een beetje tegenspraak. Absoluut moet kunnen. Ja, nee, niet moet.

Willem Alexander: Kunnen is nodig, het is nodig.

Edwin Evers: Ja, wat wilde U met het koningschap? U wilde daar natuurlijk een eigen invulling aan geven.

Willem-Alexander: Nou ja, zijn dus de drie kernbegrippen in het koningschap die voor mij ontzettend belangrijk zijn. Maar die waren natuurlijk ook als kroonprins al erg belangrijk. Dat is samen bindend zijn, vertegenwoordigend en aanmoedigend. Samenbinden in Nederland van verschillende groepen bij elkaar proberen te brengen. En zeker in een polariserende maatschappij is dat een steeds belangrijker deel van de van de functie. Vertegenwoordigend. Zowel mensen uit het land probeert te vertegenwoordigen naar Den Haag toe, maar ook Nederland vertegenwoordigen in het buitenland hè. Ik spreek ook heel veel mensen, ook in de provincie, in de regio's, die het gevoel hebben geen stem te hebben hier in Den Haag. En die probeer ik hun gevoelens wel hier ook op de juiste plekken te vertegenwoordigen.

Edwin Evers: Dat lijkt de laatste tijd erger geworden te zijn hè, met de afstand tussen..

Willem-Alexander: De polarisatie en de afstand tussen de regio en de randstad wordt steeds groter. Maar ja, zoals ik ook in mijn kersttoespraak heb gezet, het concept randstad bestaat niet zonder regio en regio bestaat niet zonder randstad. Je hebt elkaar nodig, broodnodig zelfs. En ik heb een groot zwak voor het platteland.

Edwin Evers: Ja, ik herken het wel iets. U ging meteen het land in. Provincies, Caribisch gebied, buurlanden. Belangrijk?

Willem-Alexander: Heel belangrijk. En om te beginnen met de provincies. Nederland is natuurlijk opgebouwd uit provincies, bestuurslaag. Provincie wordt vaak was het ondergeschoven kindje gezien. Maar ik denk dat historisch Nederland natuurlijk de republiek der zeven provinciën en daarna het is, het is. De provincie is een hele belangrijke eenheid in onze geschiedenis. En om dus ook weer her kennis te maken met het land in een nieuwe positie als koning, erg belangrijk om op provinciaal niveau te beginnen. En dat is ook ja, mijn liefde voor de provincies en de regio komt ook inderdaad ook daar vandaan. Dus heel belangrijk ook Caribisch gebied. Ik heb heel ja een zwak voor Caribische deel van Nederland en ben dan ook erg blij dat we daar direct naartoe konden gaan om daar ook door de inhuldiging ook nog even te her vieren zeg maar ja. En natuurlijk ook de buurlanden meteen te bezoeken. En het korte bezoekjes, ja, als je moet wachten tot je volledige staatsbezoeken van drie dagen overal af kan leggen, dan ben je veel te lang bezig. Dus ik dacht het eerste jaar heel snel korte bezoeken overal en daarna de formele staatsbezoeken op te pikken.

Edwin Evers: Ja, niet iedereen heeft even scherp in de gaten wat de koning eigenlijk doet. Ja, wat zijn de taken die hij uitvoert? En hoe ziet zijn werkdag er nou uit? En wij dachten, omdat kinderen er zo goed in zijn om alles zich hardop af te vragen wat ze nog niet weten, hebben we iemand bereid gevonden om daar het woord over te voeren. Dat is Muk, die volgens mij zelf ook graag koning zou willen worden. Hij gaat U vragen naar uw taken de komende weken en deze keer wil hij graag weten wat nou precies de rol van de koning is in een land met een minister. President?

Muk: Hallo, doet hij het hé, Edwin en de koning? Ik denk dat ik ook ooit koning wil worden, want dan ben ik de baas van Nederland. Alleen mijn vader zegt altijd, dat Mark Rutte de baas is. Maar U bent toch de baas van Rutte?

Willem-Alexander: Ik weet zeker dat ongeveer zeventien en half miljoen mensen hetzelfde denken als jij. Maar de echte baas van Nederland zijn de Nederlanders zelf, vertegenwoordigd in het parlement door de volksvertegenwoordiging die elke vier jaar gekozen worden. Maar ja, we hebben dan zo geregeld, je kan niet met bijna achttien miljoen mensen samen de baas zijn. Dus daarom kies je mensen om jou te vertegenwoordigen en uiteindelijk bepalen die de wet en de grondwet, waarop ook, hè, mijn positie gebaseerd is. Ja, het lijkt alsof je de baas bent, maar uiteindelijk ben je dat niet. En ik ben ook blij dat ik dat niet ben. En ik ben blij dat het een situatie zijn zoals in Nederland. Je mag het land dienen, je mag Nederland dienen, maar de baas blijft de Nederlander zelf.

Edwin Evers: Ja, de term ministeriële verantwoordelijkheid, die valt regelmatig. Wat betekent hier eigenlijk?

Willem-Alexander: Wat het eigenlijk betekent, is dat de minister moet kunnen verantwoorden in de kamer, naar buiten toe. Ik spreek dus niet namens de regering op dat moment. Ik spreek ook geen regeringsbeleid uit of kabinetsbeleid uit. Maar het moet niet tegenstrijdig zijn. Nee, het moet verdedigbaar zijn wat ik zeg of wat ik doe. Dat betekent niet dat het beleid van het kabinet hoeft te zijn, want anders ben je een trekpop van het kabinet en dan ben je dus beslist niet. Maar het is. Het moet niet dus tegenstrijdig zijn of zo controversieel. Dat het echt schadelijk kan zijn. 

Edwin Evers: Maar even om het heel simpel te zeggen, U moet wel oppassen wat U zegt.

Willem-Alexander: Ja, maar het moet iedereen toch? 

Edwin Evers: Ja dat moet iedereen.  Dat zou iedereen, althans dat zou iedereen moeten.

Willem-Alexander: Doen, zou een leven, zou Nederland zou een stuk mooier uitzien als iedereen dat deed.

Edwin Evers: Ja, die Nederlanders meningen fabriek geworden.

Willem-Alexander: Misschien zou je dat dan zo kunnen omschrijven. Maar uiteindelijk, als je even nadenkt, ik lees altijd, spreken is zilver, zwijgen is goud,

Edwin Evers: Ja, maar dat is wel ook echt veranderd, hè? In Nederland natuurlijk. Dat heeft allerlei oorzaken. Social media speelt daar natuurlijk een grote rol.

Willem-Alexander: Profileringsdrang probeer je hè, allerlei manieren moeten proberen naar voren te werken.

Edwin Evers: Hoe zou dat komen dat zo veranderd is?

Willem-Alexander: Ja, er zijn natuurlijk een heleboel verschillende redenen voor en er zijn heleboel experts die dat al eindeloos uitgeplozen hebben, die ze van napraten. Maar het feit is dat het zo is en daar moeten we mee leren omgaan.

Edwin Evers: Vindt U het wel eens lastig of belemmerend dat U eigenlijk niet vrijuit kan spreken?

Willem-Alexander: Kijk, soms is het misschien lastig, maar het is ook. Het is ook wel bescherming voor jezelf misschien. Aan de andere kant zijn we heleboel mensen niet alles zomaar kunnen zeggen. Straffeloos, hè? Vrijheid van meningsuiting geeft ook een verantwoordelijkheid en een heleboel mensen kunnen niet zomaar alles zeggen. Het is niet zo dat ik de enige ben die daarin beperkt is. En ik kan heel veel zeggen in dit land. Ik kan heel veel doen ook 

Willem-Alexander: U ervaart geen belemmering?

Edwin Evers: ik ervaar geen belemmering. Nee, absoluut niet. Ik heb een hele goede samenwerking met de minister president, met de verschillende vakministers.

Edwin Evers: Ik wil U bedanken voor aflevering een. Dit was twee duizend dertien. Er is waarschijnlijk nog veel meer gebeurd, maar er komen er ook nog heel veel jaren aan en daar wil ik graag de volgende aflevering met U over spreken. 

Willem-Alexander: Ik kijk er naar uit, 

Edwin Evers: Ik ook.

Vorige
Vorige

Krijg inzichtelijk hoe AI je organisatie verder brengt!

Volgende
Volgende

Hoe AI Voice Technology het hoger onderwijs kan vernieuwen